Welkom bij het Nederlandse debat!
Heb je vragen? Mail dan naar info@europeancitizensbank.nl
MEER BUDGETTAIR BELEID 💶
De Europese Centrale Bank (ECB) kan niet alles doen, overheden moeten hun budgettaire mogelijkheden ten volle benutten.
📌Samenvatting
● De ECB heeft een leidende rol gepakt om de economie van de eurozone te ondersteunen. Dit leidt tot de vraag of het passend en legitiem is dat de ECB dit doet.
● Een andere vraag is of de acties van de ECB toereikend zijn, en of overheden meer moeten doen door middel van hun fiscale beleid, zoals het doen van investeringen om de economie te steunen.
● De activiteiten van de overheden worden echter gelimiteerd door de EU en door nationale wetgeving over wat zij wel en niet mogen, afhankelijk van het begrotingstekort en de bestaande omvang van de staatsschuld.
● Overheden hebben, net als burgers, geld nodig om te betalen voor zaken zoals het openbare welzijn en infrastructuur. Anders dan burgers doen zij dit door de belastingen te verhogen of door het uitgeven van staatsobligaties aan beleggers en banken.
● De ECB speelt een belangrijke rol bij de ondersteuning van overheden die geld lenen van beleggers, met name door het opkopen van staatsobligaties op de financiële markten en door een negatieve rente te hanteren.
● Met de steun van de ECB die hun leningen ondersteunt, kunnen overheden meer uitgeven om hun economie te stimuleren zonder dat zij de belastingen moeten verhogen.
● Overheden zijn niet zoals huishoudens als het over leningen gaat: zij hebben de steun van hun centrale bank en hoeven daarom niet altijd hun leningen te verminderen.
● Hoewel de EU tijdens de huidige gezondheidscrisis overheidsuitgaven heeft gestimuleerd, is dit slechts een tijdelijke oplossing en zorgt dit voor de vraag of we een raamwerk nodig hebben met een langere horizon voor ambitieuze fiscale uitgaven.
💬Het debat
Er is niet zoveel meer wat de ECB nog kan doen om de economie te helpen, zonder dat zij daarbij buiten haar mandaat treedt. De huidige interventies van de ECB zijn al een kans voor overheden om ambitieuze budgettaire uitgaven te doen en te investeringen in de langetermijnbehoeften van de maatschappij. Door groei te generen op de langere termijn en werkgelegenheid en maatschappelijke vooruitgang op de korte termijn geeft dit overheden de mogelijkheid om op de middellange- tot langetermijn schulden terug te betalen, als de economie op maximale capaciteit draait. Deze stelling zou de ECB ook in staat moeten brengen om het inflatiedoel makkelijker te behalen.
Wat denk jij?
💡Voorstellen
Duik dieper het debat in en ontdek onze specifieke beleidsvoorstellen voor deze stelling. Je kunt ook je eigen voorstellen toevoegen aan het debat!
Voorstel 10 Herzie de fiscale regels van de EU voor een verhoging van de publieke uitgaven
📖 Lees verder over Meer Budgettair Beleid
(Totale leestijd: 5 minuten)
Sinds de grote financiële crisis van 2008 en de huidige coronacrisis heeft de ECB binnen haar mandaat, en volgens sommigen zelfs daarbuiten, een leidende rol genomen om de economie te ondersteunen. De belangrijkste reden hiervoor is dat wanneer er crisis is, de centrale banken beschikken over de nodige armslag en middelen om het risico te nemen dat niemand anders wil. Hoewel dit kan worden gezien als een nobele taak voor de centrale banken, zorgt het ook voor een aantal vragen. Ten eerste, is de ECB, in vergelijking tot de nationale overheden, wel goed gepositioneerd voor deze risico's? Is de ECB de belangrijkste beleidsmaker als het gaat om maatschappelijke kwesties, zoals de toenemende ongelijkheid en werkloosheid? Is het wettelijk gerechtvaardigd dat ongekozen en technocratische bankiers daarin de enige spelers zijn?
Een andere vraag is of wat de centrale bank doet wel genoeg is. Ondanks de steun van de ECB groeit de Europese economie niet zo hard als zou moeten, en de prijsstabiliteitsdoelstelling van onder maar dicht bij 2% is het afgelopen decennium al niet behaald. En als laatste, moeten de overheden een meer actieve rol spelen in het stimuleren van de groei en de banencreatie in de eurozone?
De monetaire beleidsmaatregelen van de ECB - dat wil zeggen de maatregelen die de ECB neemt om de doelstelling van prijsstabiliteit en andere economische doelstellingen te behalen - zijn niet de enige instrumenten die beschikbaar zijn. Fiscale beleidsmaatregelen - belastingen en uitgaven - door nationale overheden worden hier ook voor gebruikt. Een goed voorbeeld hiervan is het arsenaal aan instrumenten dat de overheden in de eurozone hebben gebruikt toen de coronacrisis haar intrede deed. Deze maatregelen betroffen uitgaven aan medische hulpmiddelen, het aan het werk houden van mensen, het subsidiëren van kleine bedrijven, het uitstellen van bepaalde belasting- en sociale zekerheidspremies voor burgers, enzovoort. Sommige overheden hebben zelfs de maatregel genomen om rechtstreeks geld te storten op de bankrekeningen van burgers.
De vraag of overheden in de eurozone meer moeten doen wordt gedeeltelijk belemmerd door zowel nationale als EU-regelgeving over wat zij wel en niet mogen doen. Deze regelgeving, ook wel bekend als het Verdrag van Maastricht of het stabiliteits- en groeipact, legt nadrukkelijk beperkingen op aan de uitgaven van de overheid, afhankelijk van hun begrotingstekort en het niveau van de bestaande staatsschulden. Volgens deze regelgeving mag het begrotingstekort van landen in de eurozone (dat wil zeggen dat er meer wordt uitgegeven dan er binnenkomt aan belastingen) niet hoger zijn dan 3% van het bruto binnenlands product (bpp), en mag de totale schuldpositie niet hoger zijn dan 60% van het bbp. In de praktijk hebben de meeste lidstaten zich hier al meerdere malen niet aan gehouden.
Overheden lenen geld door het uitgeven van obligaties
Overheden hebben, net als burgers, geld nodig om te betalen voor zaken zoals het nationale gezondheidssysteem, het verzorgen van ouderen, het investeren in spoorrails, enzovoort. Overheden krijgen voornamelijk geld door belastingen te innen bij hun burgers. Wanneer de overheden meer gaan uitgeven, is het echter niet altijd mogelijk om de belastingen te verhogen, met name omdat dit geen populaire maatregel is bij de burgers.
In plaats daarvan leent de overheid dan geld door zogeheten obligaties uit te geven, die ze verkoopt aan beleggers, zoals grote commerciële banken. De overheid belooft om een periodieke rentebetaling aan de belegger te doen (deze noemen we coupons), en om de lening zelf in één keer terug te betalen aan het eind van de looptijd van de lening. Beleggers kunnen deze staatsobligaties op de financiële markt doorverkopen aan andere beleggers.
Staatsobligaties zijn doorgaans behoorlijk in trek bij beleggers; ze worden gezien als weinig risicovol vanwege de achterliggende steun van de overheid. Als het schuldniveau echter al hoog is, kan het voor een overheid lastiger worden om geld te lenen. Beleggers zijn minder geneigd om te beleggen in obligaties uit landen met hoge schuldniveaus, omdat ze vrezen hun geld nooit meer terug te zullen zien. Ze zullen dan ook een hogere rente vragen ter compensatie van het hogere risico dat ze nemen door het kopen van deze obligatie.
De ECB verlaagt de kosten voor het lenen van geld voor overheden.
En dit is waar de ECB een rol speelt. De ECB heeft een belangrijke rol in het waarborgen dat overheden een lage rente kunnen blijven betalen over de obligaties die zij uitgeven. Met andere woorden, zij maken het goedkoper voor overheden om geld te lenen.
Hoewel de overheden niet direct geld kunnen lenen bij de ECB, koopt de ECB wel staatsobligaties op de financiële markt. Als de ECB dit doet, door middel van het kwantitatieve verruimingsprogramma, dan geeft de ECB andere beleggers de mogelijkheid om hun rente op de obligatie te verlagen omdat de beleggers weten dat er een vraag is naar deze obligaties van een machtige institutionele speler. Door het creëren van deze vraag verlaagt de ECB in feite de kosten voor het lenen van geld voor overheden. Een andere manier waarop QE overheden helpt is dat de ECB ook de winsten die zij maakt op deze leningen terug stort aan de nationale overheden van de eurozone.
De ECB maakt het ook makkelijker voor overheden om geld op te halen door het hanteren van een negatieve rente. De commerciële banken zijn verplicht om een deel van hun overtollige liquide middelen als reserve aan te houden bij de centrale bank. Als de bank meer geld als reserve wil aanhouden bij de centrale bank, in plaats van dit als leningen te verstrekken, dan betekent deze negatieve rente dat ze hierover een extra 'boete' moet betalen, in plaats van dat zij hier rente over ontvangt. Dit doet de ECB om banken te verleiden om meer leningen uit te geven tijdens een economische neergang. Met andere woorden, zodat banken niet op hun geld blijven zitten zonder dit beschikbaar te maken om de behoeften van de economie te financieren.
De behoefte aan overheidsuitgaven
Met de steun van de ECB die hun leningen ondersteunt, kunnen overheden op dit moment meer besteden om hun economie te stimuleren zonder dat zij de belastingen moeten verhogen. Sommige mensen stellen echter dat overheden, zelfs zonder steun van de ECB, niet nog meer schulden aan moeten gaan als de schuldpositie al hoog is.
Hoewel dit logisch klinkt als het om iemands persoonlijke financiën gaat, of over een huishouden, moeten we hierbij wel onthouden dat de overheid niet hetzelfde is als een huishouden. Zo wordt een huishouden niet gesteund door een machtige centrale bank zoals de ECB. Daarnaast kunnen huishoudens geen belastingen innen bij andere huishoudens. En wanneer een huishouden zijn uitgaven verlaagt met 10%, heeft dit weinig effect op de bredere economie. Als de overheid daarentegen de uitgaven verlaagt met 10%, dan heeft dit grootschalige gevolgen voor de werkgelegenheid en de salarissen in de publieke sector (zoals verplegers, leraren, politie enzovoort) en de sectoren die producten en diensten leveren aan de overheid (bijvoorbeeld bouwpersoneel).
In periodes van crisis, zoals waar we nu middenin zitten, betekenen bezuinigingsmaatregelen, zoals het terugbrengen van de uitgaven en het verhogen van de belastingen, dat we het risico lopen om de nationale economie in een depressie te brengen en de situatie voor miljoenen burgers van de eurozone verder te verslechteren. Dit argument is breed gedragen binnen de EU, die de regels van het Verdrag van Maastricht heeft opgeschort wat betreft de beperkingen over wat overheden wel en niet mogen, juist om verdere overheidsuitgaven te stimuleren tijdens de huidige gezondheidscrisis. Deze regels kunnen echter niet voor altijd opgeschort blijven. Dit vraagt om een meer permanente langetermijnvisie voor overheden, zodat zij, en niet de ECB, het voortouw kunnen nemen in het stimuleren van de economie.
Meld een probleem
Is deze inhoud ongepast?
Deel: